19HKGVCH Vroege christendom
5 ec
voltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)
deeltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)
Ba GB jaar 2
Patrologie en kerkgeschiedenis
Naast een (historisch) overzicht van het vroege christendom maken we aan de hand van de studie van een aantal geselecteerde thema’s kennis met de veelvormige dynamiek van de ontwikkeling van vroegchristelijke theologie van de eerste vijf eeuwen. Deze thema’s en ontwikkelingen worden door lezing van (vertaalde) bronteksten tegen de achtergrond van hun periode bestudeerd.
Inhoud en eindtermen van de onderwijsmodule voor voltijd- en deeltijdstudenten zijn gelijk. Het schrijven van het schriftelijk verslag over een brontekst wordt door de deeltijdstudenten grotendeels zelfstandig uitgevoerd. De voltijdstudenten worden hierin meer stapsgewijs begeleid (tijdens de voltijdcolleges).
Thema’s: achtergronden van het vroege christendom, christenvervolgingen en martelaarschap, gnostiek en apologetiek, exegese en allegorie, orthodoxie en heterodoxie, woestijnvaders- en moeders, kloosterleven en leven en leer van Augustinus.
Deelnameverplichting (werkcollege)
De student bereidt de colleges voor aan de hand van de studiehandleiding en de studieopdrachten (zie Canvas).
De studiestof omvat onder andere vertaalde bronteksten, die met behulp van studieopdrachten worden uitgewerkt en die worden ingeleverd voorafgaand aan het college.
Werkcollege
Ba GB
Ba GB
n.v.t.
Opdrachten
Lezen van de teksten die horen bij de voorbereiding van het college. Het maken van de studieopdrachten.
Tijdens de colleges bespreken van de studieopdrachten.
onderdeel schriftelijk verslag
cijfer 1-10
15 werkdagen
Toetsmatrijs 2025 - 2026
beoord. niveau | leerdoel | toetsitem | weging |
---|---|---|---|
Toepassen | De student leest, analyseert en interpreteert vroegchristelijke teksten op theologische en historische wijze. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) | (20%) | |
Analyseren | De student analyseert en interpreteert (historisch én theologisch) een zelf gekozen vroegchristelijke tekst met behulp van secundaire literatuur. (Ba GB: Communicatief competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ,Vakinhoudelijk bekwaam ) | (55%) | |
Analyseren | De student maakt onderscheid tussen de historische betekenis van vroegchristelijke teksten en de theologische/ spirituele waarde ervan voor de huidige tijd. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ,Vakinhoudelijk bekwaam ) | (5%) | |
Waarderen | De student beschrijft de waarde van een zelfgekozen vroegchristelijke brontekst voor de huidige tijd én voor de persoonlijke levensbeschouwelijke ontwikkeling. (Ba GB: Communicatief competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ,Vakinhoudelijk bekwaam ) | (20%) |