Logo

Studiegids FHTL

19SBVWPG Werken in de praktijk: Geestelijk begeleider

30 ec

voltijd: 144 cu (72 bijeenkomsten)
deeltijd: 96 cu (48 bijeenkomsten)

Beroepsvoorbereiding

‘Werken in de praktijk’ beslaat 30 EC van de startbekwaamfase.
In de 840 uur die deze 30 EC uitmaken volg je colleges, krijg je supervisie, loop je stage en maak je beroepsproducten. Alles staat in het teken van het behalen van de competenties die nodig zijn om een professional te worden. De competenties zijn verwerkt in de verschillende beroepsproducten die je gaat maken en komen aan de orde in de stage.

De student is aanwezig bij de werkcolleges en bereidt de diverse opdrachten op tijd voor.
Tijdens de colleges is de student actief betrokken en geeft zhij feedback op het werk van medestudenten.
De student levert de diverse onderdelen in op de daartoe aangegeven inlevermomenten.

Je maakt een portfolio t.b.v. het afsluitend assessment waarin de volgende onderdelen zijn opgenomen:
Beroepsproduct Verandertraject - Advies veranderingstraject
Beroepsproduct Liturgie – verslag performance
Beroepsproduct Werken met groepen – verslag performance
Beroepsproduct Levensbeschouwelijke gespreksvoering – Analyse gespreksverslag
Evaluatie stagebegeleider
Urenverantwoording met terugblik
Beoordeling supervisor

Stage, supervisie, werkcollege en practicum

  • Zie de studiewijzers voor specificering per onderdeel.
  • Hermeneutisch: Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden.
  • Agogisch: Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit op een bewuste, doelgerichte, procesmatige en systematische wijze (samen) te werken aan verandering.
  • Persoonlijke en spirituele ontwikkeling: Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen.
  • Communicatief: Het vermogen om adequaat en doelgroepgericht te communiceren met individuen, groepen, organisaties en in netwerken, zowel mondeling als schriftelijk, verbaal als non-verbaal.
  • Pastoraal: Het vermogen om mensen, individueel en groepsgewijs, vanuit een contextuele optiek en op hermeneutisch verantwoorde wijze te ondersteunen in het omgaan met religieuze en levensvragen in zeer uiteenlopende situaties.
  • Liturgisch-ritueel: Het vermogen om religieuze en/of levensbeschouwelijke vieringen en rituelen van verschillende aard en doelstelling gestalte te geven en daarin (mede) voor te gaan.
  • Missionair-diaconaal: Het vermogen om de eigen religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit met anderen te delen in woorden en daden en op een open en uitnodigende wijze dienstbaar aanwezig te zijn in de samenleving.
  • Educatief: Het vermogen om een rijke leeromgeving voor individuen en groepen te creëren en om leer- en vormingsprocessen met religieuze en/of levensbeschouwelijke thema’s te faciliteren.
  • Organiseren en innoveren: Het vermogen om zorg te dragen voor de organisatorische zaken die samenhangen met het werken in of vanuit een (kerkelijke) organisatie, instelling en ook in meer dynamische contexten waaronder in vrijgevestigde praktijken.
  • Samenwerken: Het vermogen om samen te werken met collega’s en andere betrokkenen of doelgroepen, zowel binnen als buiten de (kerkelijke of levensbeschouwelijke) organisatie.
  • Leidinggeven: Het vermogen om individuen (professionals en vrijwilligers), groepen, (geloofs)gemeenschappen en organisaties dienstbaar te leiden en te begeleiden op religieus en/of levensbeschouwelijk gebied, gericht op doelen die samenhangen met identiteit.
  • Professionaliseren: Het vermogen om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruikmaking van praktijkgericht onderzoek.

Je kunt aan jaar 4 beginnen als je jaar 3 hebt afgerond aan het begin van dit studiejaar. Als je nog vakken hebt openstaan, moet in elk geval de stage zijn afgerond en moet je toestemming hebben van de examencommissie.
Je loopt vanaf 1 oktober stage (of hebt een andere relevante beroepspraktijk)

Opdrachten, reflectieverslagen, presentaties, leerverslagen

Zie hiervoor de studiewijzers.

Dit verschilt per studieonderdeel. Zie de studiewijzer.

Alle onderdelen en formatieve toetsen moeten met een voldoende zijn beoordeeld.

  • Portfolioassessment
  • Toepassen

cijfer 1-10

Per onderdeel 10 werkdagen na de deadline.

Verplichte literatuur

  • Berkvens-Stevelinck, C. (2007), Vrije rituelen. Vorm geven aan het leven. Zoetermeer: Meinema (aanschaffen)
  • Govaart A (2009), Het woord laten spreken. Berne Heeswijk (aanschaffen)
  • Meulen van der, H red. (2008), Als een leerling leren preken. Boekencentrum (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2027 - 2028

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Toepassen Is in staat om mensen, individueel en groepsgewijs, vanuit een contextuele optiek en op hermeneutisch verantwoorde wijze te ondersteunen in het omgaan met religieuze en levensvragen in zeer uiteenlopende situaties. (Ba GB: Pastoraal competent/ competent in geestelijke begeleiding ) (10%)
Toepassen Is in staat om adequaat en doelgroepgericht te communiceren met individuen, groepen, organisaties en in netwerken, zowel mondeling als schriftelijk, verbaal als non-verbaal, waar van toepassing ook in de specifieke context van een viering of ritueel. (Ba GB: Communicatief competent ) (10%)
Toepassen Is in staat om individuen (professionals en vrijwilligers), groepen, (geloofs)gemeenschappen en organisaties dienstbaar te leiden en te begeleiden op religieus en/of levensbeschouwelijk gebied, gericht op doelen die samenhangen met identiteit. (Ba GB: Competent in leidinggeven ) (10%)
Toepassen Is in staat om samen te werken met collega’s en andere betrokkenen of doelgroepen, zowel binnen als buiten de rooms-katholieke kerk. (Ba GB: Competent in samenwerken ) (10%)
Toepassen Is in staat om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruikmaking van praktijkgericht onderzoek. (Ba GB: Competent in professionaliseren ) (10%)
Toepassen Is in staat om zorg te dragen voor de organisatorische zaken die samenhangen met het werken in of vanuit de rooms-katholieke kerk, instelling en ook in meer dynamische contexten waaronder in vrijgevestigde praktijken. (Ba GB: Competent in organiseren en innoveren ) (10%)
Toepassen Is in staat om enerzijds de bronnen van de rooms-katholieke traditie en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarva (Ba GB: Hermeneutisch competent ) (20%)
Toepassen Is in staat om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruikmaking van praktijkgericht onderzoek. (Ba GB: Competent in professionaliseren ) (10%)
Toepassen Is in staat om vanuit de rooms-katholieke traditie en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit op een bewuste, doelgerichte, procesmatige en systematische wijze (samen) te werken aan verandering. (Ba GB: Agogisch competent ) (10%)