19HBWNT Nieuwe Testament
5 ec
voltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)
deeltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)
Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 2
Heilige Schrift
De student leest en interpreteert het Nieuwe Testament.
de student past de methoden van exegese toe bij het lezen van het Nieuwe Testament.
De student heeft inzicht in de relatie tussen Oude Testament en Nieuwe Testament.
De student heeft inzicht in de relatie Jodendom Christendom.
De student kent de verschillende boeken van het Nieuwe Testament en de verschillende literaire genres.
De student kent de historische en culturele situatie waarin het Nieuwe Testament is ontstaan.
De student kent enkele theoretische inzichten ten aanzien van het ontstaat van het Nieuwe Testament.
De student kent enkele belangrijke thema’s van het Nieuwe Testament, zoals: het Messiasgeheim, de betekenis van Christus in de brieven van Paulus, de betekenis van geloven in de verschillende teksten van het Nieuwe Testament.
In de colleges wordt de lesstof zoveel mogelijk toegelicht aan de hand van passages uit het Nieuwe Testament en met het oog op het inoefenen van exegetische vaardigheden.
De student bereidt zich goed voor aan de hand van opdrachten uit de studiewijzer waarmee er maximaal rendement behaald wordt uit het volgen van de colleges.
De student doet actief mee in het college.
Hoorcollege
Ba GB
Ba DRL
Ba GB
Ba DRL
De onderdelen uit de propedeuse van de discipline Heilige Schrift dienen behaald te zijn
cijfer 1-10
Toetsmatrijs 2024 - 2025
beoord. niveau | leerdoel | toetsitem | weging |
---|---|---|---|
Begrijpen | De student kent de belangrijkste narratief-literaire exegesemethoden en is in staat de verschillende varianten die besproken zijn te typeren. (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) | (0%) | |
Begrijpen | De student kent de thema's, vragen en verhalen van het Nieuwe Testament en kan die toepassen en actualiseren. De student herkent nieuwtestamentische thema's in hedendaagse cultuur en muziek. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) | (0%) | |
Begrijpen | De student legt de relatie tussen het oude en nieuwe testament uit en werkt met ‘intertekstualiteit’. () | (0%) | |
Toepassen | De student legt een tekst adequaat uit door de voor die tekst meest relevante exegesemethode toe te passen. (Ba GB: Communicatief competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ) | (0%) |