Samenvatting
Deze pagina beschrijft het beleid ten aanzien van studenten die substantiële studievertraging hebben opgelopen.
Volgens artikel 29 van de Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding wordt na het laatste reguliere aanbod van het ’oude’ onderwijs en de daarbij behorende toets, de betreffende toets nog tweemaal als herkansing aangeboden. Daarna zal een student ter vervanging van het oude onderdeel een conversietoets uit het ’nieuwe’ onderwijs moeten afleggen. Welke conversietoets een student moet afleggen ter vervanging van het ‘oude’ onderdeel staat beschreven in een conversietabel.
In beide gevallen kan de consequentie zijn dat de student extra werk moet verrichten om af te kunnen studeren. De volgende casus maakt dat inzichtelijk:
Stel een student heeft haar opleiding afgerond op het afstudeeronderzoek en het eindassessment na. Omdat zij niet voor 1 september klaar is kan zij niet volgens haar oude programma toetsen afleggen. In de conversietabel ziet zij dat zij ter vervanging van het afstudeeronderzoek en het eindassessment de toets moet afleggen van Werken in de Praktijk. Deze toets bestaat uit een portfolioassessment over alle eindkwalificaties van de opleiding. Omdat de inhoud van het portfolio aan bepaalde eisen moet voldoen kan zij voor de vulling van haar portfolio zeer waarschijnlijk niet volstaan met al gemaakte producten als het stageverslag en het afstudeeronderzoek. Ze zal mogelijk een nieuwe stagecontext moeten zoeken om daarbinnen een aantal nieuwe producten te maken.