Logo

Praktijkleerlijn

Samenvatting
De praktijkleerlijn bestaat uit drie fasen waarin binnen een stagecontext beroepsproducten worden ontwikkeld. In de propedeuse is dit ‘Kennismaken met de Praktijk’ (KmdP) in de hoofdfase ‘Oefenen in de Praktijk’ (OidP) en in de startbekwaamfase ‘Werken in de Praktijk’ (WidP). De drie fasen werken toe naar een eindniveau dat is geformuleerd in de eindkwalificaties. De eindkwalificaties zijn gebaseerd op landelijke afspraken en doorvertaald naar drie fasen binnen de praktijkleerlijn. De producten worden verzameld in een portfolio dat aan het eind van iedere fase summatief wordt beoordeeld met een portfolioassessment (zie voor details over de beoordeling het toetsbeleid).

Kennismaken met de Praktijk

Tijdens Kennismaken met de Praktijk werken studenten gedurende het jaar aan een portfolio dat de basis vormt voor het portfolioassessment. Deze fase staat in het teken van kennismaken met studeren en kennismaken met het werkveld. Hieronder een globaal overzicht van de inhoud van KmdP.

Oefenen in de Praktijk

De hoofdfase Oefenen in de Praktijk bestrijkt twee studiejaren en is gericht op oefenen in het werkveld. Per studiejaar vormt de stage de context waarbinnen producten worden ontwikkeld. De inhoud van OidP verschilt voor de opleidingen Theologie (Geestelijk begeleider) en Leraar voortgezet onderwijs tweede graad in godsdienst.

Theologie (Geestelijk begeleider)

In de opleiding Theologie worden vijf beroepsproductenproducten ontwikkeld die een professional moet kunnen uitvoeren in zijn beroep (zie schema hieronder). Daarbij worden elke periode werkcolleges gegeven waarin de student theorie krijgt aangeboden en ondersteund wordt in het maken van het product en het schrijven van de verantwoording.

Leraar voortgezet onderwijs tweede graad in godsdienst

In de opleiding Leraar voortgezet onderwijs tweede graad in godsdienst worden zes beroepsproducten ontwikkeld die een professional moet kunnen uitvoeren in zijn beroep (zie schema hieronder). Ook hier worden werkcolleges gegeven waarin de student theorie krijgt aangeboden en ondersteund wordt in het maken van het product en het schrijven van de verantwoording.

Werken in de praktijk

Tijdens Werken in de Praktijk werken studenten gedurende het jaar aan een portfolio dat de basis vormt voor het portfolioassessment met een criteriumgericht interview. Met dit eindassessment rondt de student de gehele opleiding af. Alles in dit studieonderdeel staat daarom in het teken van de groei naar het eindniveau en het aantonen van de beheersing van het eindniveau. Studenten schrijven een overall reflectie waarin ze op basis van de beroepsproducten uit het portfolio aantonen alle eindkwalificaties te beheersen. Daarbij laten ze zien ze zich als professional hebben ontwikkeld binnen WidP.

Stage

Opleiding TheologieOpleiding Docent religie levensbeschouwing
In de 840 uur die deze 30 EC uitmaken volg je colleges, krijg je supervisie, loop je stage en maak je beroepsproducten. Alles staat in het teken van het behalen van de competenties die nodig zijn om een professional te worden. De competenties zijn verwerkt in de verschillende beroepsproducten die je gaat maken en komen aan de orde in de stage. De colleges over de beroepsproducten gaan in periode 1 van start; zorg daarom dat je meteen bij de start van het studiejaar al stage loopt.

Beroepsproducten

PeriodeOpleiding TheologieOpleiding Docent religie levensbeschouwing
1Beroepsproduct Levensbeschouwelijke gespreksvoering (BP-GV). Je maakt een werkstuk waarin je twee verbatims analyseert met behulp van de ter college aangereikte literatuur.
2Beroepsproduct Vieren & rituelen (BP-VR). Je ontwerpt een complete viering of ceremonie met een aantal verplichte onderdelen, en voert deze ook uit.
3Beroepsproduct Verandertraject (BP-VT). Je ontwerpt een verandertraject dat van toepassing is op je stageplek.

Portfolio

Gedurende het studiejaar laat je de beroepsproducten voorzien van een waardering en neem je deze op in je portfolio. Zo houd je gedurende het studiejaar zicht op je voortgang en zorg je ervoor dat je aan het einde van het studiejaar je portfolio op tijd af hebt om het eindassessment te kunnen doen.

Het portfolioassessment is de laatste studieactiviteit van de opleiding. Je kunt worden toegelaten tot het assessment als je alle overige studieonderdelen van je opleiding hebt behaald.

Supervisie (alleen opleiding theologie)

Tijdens je stage krijg je supervisie, meestal in groepjes van drie of vier studenten, in een enkel geval individueel. De supervisie is een verplicht onderdeel. Dat betekent dat je niet meer dan één bijeenkomst mag missen. Datgene wat je leert in het supervisieproces kun je gebruiken als input bij je overall-reflectie. De supervisie is vertrouwelijk; dat betekent dat behalve de supervisor en je groepsgenoten niemand iets te horen krijgt over wat er besproken wordt. Doel van de supervisie is te leren hoe je kunt leren van je ervaringen.
Laatst gewijzigd op 2024-12-06 16:47:02 door Luijten, Eric